Donderdag 17 mei 2007, O.L.H. Hemelvaart

 

England, a mysterious island unreachable for strangers.

 

Christel belooft ons een mooie tocht in de South Downs, behoudens het weer niet te slecht zou worden. Afspraak om half tien te Brussel-Zuid. Voor de veiligheid vertrek ik om zeven uur vanuit het station van Geel, op tien minuten wandelen van het appartementje. Met een aantal Antwerpenaren arriveren we ruim op tijd aan de incheckbalie waar Marianne druk bezig is om het probleem met de tickets te regelen.

Het is allemaal maar een rare bedoening naar mijn mening. Het United Kingdom is niet Europees als gedacht. We hebben pascontrole, ze rijden aan de verkeerde kant, ze kunnen geen bier brouwen en hun eetgewoontes doen mijn maag af en toe keren. Om nog maar te zwijgen van de ponden, mijlen, ellen en voeten, voor het eerst voel ik me echt in het buitenland. Zelfs in Tsjechië voelde ik me destijds Europeaan.

Gelukkig zijn we snel in Ashford International waar een oude, simpele bus ons zal vervoeren. Maar goedkoper kun je moeilijk vinden. De tocht over de Britse binnenwegen neemt twee uur in beslag en ik dommel in slaap. ‘Nen werkende mens heeft nogal wat te lijden zeg’. En dan wordt je nog eens wakker gemaakt door Herman. Maar wat een genot zeg, het Kentse landschap is al veel puurder en soms hebben we uitzicht op zee, en dan passeren we hem, The Long Man of Wilmington. In Berwick pikken we Lieve en Mia op, zij waren toegekomen met de auto, want dat was makkelijker vanuit Kortrijk.

De bus rijdt – met veel lawaai en veel geurhinder – een kalksteenheuvel op die luistert naar de naam Firle. Bovenaan stappen we uit en vatten we een korte wandeling aan naar de jeugdherberg van Alfriston, zo’n elf hele kilometers. Maar met een beloning onderweg. Hier is veel meer vrije ruimte t.a.v. ons koude kikkerlandje. We wandelen zonder maar één huis tegen te komen. Ook kun je dwars door weiden wandelen over de bekende ‘Public footpads’. Dwars door akkers bereiken we Berwick alwaar we in de pub constateren dat het leven toch pakken duurder is dan in de Benelux, een pint (1/2 liter) bier kost maar liefst £ 3,- wat bijna € 4,50 is. Ofwel drie hele euro’s voor een goei pintje.

Over een zelfde terugweg bereiken we Alfriston, daar doen we de kleine boodschappen, waarna we langs een beekje richting Livington wandelen tot de YHA – op een kwartiertje wandelen van laatstgenoemd dorpje – zodat de teller op elf kilometer blijft steken. Daar zullen we na het avondeten een pub bezoeken, op aanraden van de kok. Het avondeten was bizar en de kookkunst der Britten is wat vreem voor Europeanen als Leo die zijn portie met plezier wegschenkt.

Het dorpje is aan de overkant van de Cuckmere River die hier onderhavig is aan het getij. In de pub heeft men talrijke ‘local beers’ maar die trekken in geen enkel opzicht op de Belgische bieren, ze bevatten geen koolzuurgas, geen schuimkraag en het bier wordt lauw geserveerd. Na het pubbezoekje gaan we in de donkerte terug over de wandelpaadjes, en al een geluk dat drie mensen een pillamp bijhebben. De bekende/beruchte paardenvijg blijkt iedere keer moeilijker te vinden dan gedacht.

Wanneer ik dit schrijf, drink ik de typische Engelse thee (lekker). Het is stil, muisstil, totaal anders dan toen kinderen van 14 jaar uit Breda de oren pijnigen.

Vrijdag 18 mei 2007

Haven Brow, Short Brow, Rough Brow, Brass Point, Flat Hill, Baily’s Hill, Went Hill are the seven sisters from west to east!

Verdekkie, een uur te vroeg wakker dankzij twee wekkers die nog op Berlijnse tijd stonden. Wat is het toch lekker om kwart voor zeven op te staan (In feite miste ik mijn geweer op dit moment). Met een goede verstandhouding heb je snel gedoucht hier. Nog voor de Nederlanders wakker worden. Ze zijn weer helemaal opgeladen vanmorgen. Dit ondanks Herman de kindjes om drie uur nog hoorde rondzwermen. Het ontbijt was het restant van gisteren, worstjes met witte bonen en rösti. Vreten die Britten dit al sinds de oorlog?

Rond negen uur pakken we de South Downs Way richting Eastbourne. Het is mistig, je ziet soms nog geen tien meter voor of achter u. Maar bij het naderen van het bos hoor je de zeewind boven de bomen door waaien en aan de andere kant is het stralend weer. We dalen af naar de Cuckmere River die hier fantastisch kronkelt in het brede dal.

Iedereen pakt wel één of meerdere foto’s van het mooie uitzicht. Alleen jammer als het wisselen van een filmrolletje mislukt. Daardoor kan ik geen foto pakken van de Seven Sisters, al blijft de herinnering wel in mijn achterhoofd met de schitterende vergezichten.

Alles is zo desolaat, zo ruw en zacht tegelijkertijd. Je kan hier uren wandelen door de weiden zonder mensen tegen te komen. In een van de zes dalen blijven we liggen tegen de helling. Het is koffiepauze en hier zit je enigszins beschut, want bomen zie je hier niet.

Na de laatste zuster kom je in een lager dal (op slechts 25 meter boven de zeespiegel) waar in ‘the middle of nowhere’ een hotelletje gelegen is met enkele huisjes er rond. We negeren dit geheel en klimmen naar de oude vuurtoren een goede kilometer verderop, beter bekend als Belle Tout.

De hemel klaart op en in de zonnestralen eten we onze boterhammen op. Hier is de wind aangenamer dan aan de Zeeuwse kust, immers je wordt niet gezandstraald.

Na de middagpauze wandelen we naar Eastdean waar we in de Tiger Inn een biertje kunnen bestellen. In de souvenirshop halen sommigen een typisch Britse cake (Fudge cake, … alsook worteltjestaart). Voor mij is er iets anders in de buurt, namelijk een buurtsuper waar ik een verse fotorol kan laten steken. Men is hier zeer behulpzaam en vriendelijk.

Men vraagt altijd of ik een Deen, danwel een Nederlander ben. Nooit of ik Belg ben. Raar? Is de Vlaamse ‘knowledge of English’ niet gekend bij de Britten? Ik begin Brittannië steeds meer aangenaam te vinden, hoe de tijd hier soms heeft stil gestaan …, alleen die prijzen vallen me steeds meer tegen.

Rond zes uur ’s avonds zijn we terug in de jeugdherberg van een wandeltocht van 19 km. Eerst nemen we een douche waarna we gaan eten. Vandaag is het alleszins beter gesteld met de keuken. Eerst groentesoep, daarna kipfiletblokjes in saus met rijst en een gember ‘sponge’ met custard. Al kon iedereen zijn persoonlijke voorkeur kiezen.

Daarna is het ‘pubtime’ voor sommigen. Met zevenen trekken we naar Plough & Harrow waar ik lokale ale’s probeer. Het is echter wandeldag morgen dus zullen we bescheiden om half elf in bed liggen.

Zaterdag 19 mei 2007

Wind, take it or leave it, Great-Britain is great!

Prachtig weer, de zon scheen wel heel de dag. En dat terwijl het regent op het vasteland, wat een anticlimax. Een verkenning van de South Downs richting Newhaven stond vandaag op Christel’s programma. Er zijn prachtige vergezichten over de prachtige velden en akkers tot we in Newhaven zijn. Onderweg krijgt Mia de uitleg wat triticale is. En terwijl geniet eenieder van het uitzicht over de zee die hier zo ver en zo dichtbij is.

In een Oostelijk gelegen stadswijk van Newhaven – South Heighton – komen we eerst in een arbeiderskroeg. Omdat sommigen al pinten hadden besteld en anderen geen eten hadden – en wel graag hadden gegeten – trekt de grote helft naar ‘The Swimming Fish’ waar we zouden verzamelen na het eten.

De stad terug verlatend, komen we in de woeste wind die ons over The South Downs trekt. Het waait bovenaan zo krachtig dat een appelenpauze achter een miezerige haag nog moeilijk gaat. Maar ja, als je geest nog altijd niet verlicht was, had je het wel zwaar te pakken dit weekend.

In Alfriston, uit de wind, slaan we de kleine boodschap in voor morgen, met een kaartje van de Seven Sisters. Ook sla ik een bezoekje aan een echte ‘teahouse’ niet af. En als je de prijzen nog niet gewoon was, maar in Engeland verwacht men tien percent fooi in zaakjes als deze, voor de service…

Om vijf uur ’s middags sluit alles en ik wandel samen met Christian naar de jeugdherberg, maar niet zonder een bezoek aan de Anglicaanse kerk. De verschillen zijn al snel gevonden. Het is opmerkelijk dat men hier predikt vanuit de ‘Good News Bibles’.

Vanuit de jeugdherberg wandelen we naar de pub om er te gaan eten. Het lekkere eten en de gezellige afsluiter maakt me warm om hier terug te komen. Paul & Pat zijn goede gastheren en –vrouwen. En het lekkere eten, dat komt omdat kok Benjamin opleiding heeft genoten in …

Jawel, Brussels. Zonder de tocht naar Litlington mee te rekenen, hebben we negentien kilometer gewandeld vandaag.

Zondag 20 mei 2007

Plains are everywhere in Kent

De laatste dag op Britse bodem (die een centimeter per jaar de zee in zakt) bracht ons over een andere kant van de South Downs naar Eastbourne, bekend van de tennismatchen, onder een stralend zonnetje. De teller zou op elf kilometer belanden vandaag.

We nemen de benenwagen richting Litlington, volgen dan de Cuckmere River stroomopwaarts langs de broeklanden om dan naar Lullington te gaan (al een geluk dat men hier geen Nederlands verstaat, of hadden wij wat te zeggen over Sint-Job-in-‘t-Goor?). Van hieruit klimmen we vrij steil over een afstand door de koolzaadvelden. Onderweg ontboezemt zich langzaam maar zeker een magnifiek landschap over het binnenland met op de achtergrond een spoorweg, een meer en de bekende dorpjes Berwick en Alfriston. We kijken uit op The White Horse terwijl we, zonder het daadwerkelijk te zien, boven de beroemde Long Man of Wilmington staan.

Vlak voor we afdalen, aan een kruispunt van paadjes, nemen we afscheid van Mia en Lieve die over een andere route terugwandelen naar hun auto. Zelf dalen we gestaag af naar Jevington waar we de laatste Britse pub zullen bezoeken. Christel eet met veel smaak een fudge cake met de woorden dat je dit land niet mag verlaten vooraleer je zo’n lekkere cake hebt gegeten. Zoals ik liefde voel voor Frankrijk, heeft zij de liefde voor Engeland gevonden.

We moeten nog één klim aanvatten, van honderddertig meter hoogteverschil. En wat een totale ontreddering. Niet Lieven, niet George of ik, maar Herman gaat als een speer vooruit. We komen maar niet dichterbij terwijl de sliert lostrekt. Wat zit er achter? Bespaart voor een ultiem moment…? Het lijkt er wel op, maar als je bovenkomt zie je het wel. De stad ligt aan uw voeten in die diepe kom. Hoe dan ook zie ik de gelegenheid om foto’s te trekken.

Van hieruit moeten we enkel nog maar afdalen tot aan de voormalige jeugdherberg. Ze is blijkbaar afgebrand, twee jaar geleden. Zonde… maar laten we kijken naar de toekomst.

De bus wacht beneden al op ons, en de chauffeur brengt ons vlot en veilig naar Ashford International. Daar zijn we ruim op tijd om ons klein geld op te maken bij de broodjeszaak. Eurostar brengt ons in anderhalf uur (nog een uur tijdsverschil optellen) naar Bruxelles-Midi (Yes nous speak néerlandais there). En in Brussel regent het toch niet zeker.

Tussen half negen en tien uur zou eenieder thuis moeten zijn, om de volgende dag te gaan werken. Maar deze vier dagen hebben zeer zeker deugd gedaan Christel, je liefde voor Engeland baande voor mij de weg vrij om wat meer ‘British minded te worden.

 

Terug naar tochtverslagen