Verslag paasweekend

 

Zaterdag 7 april 2007, Stille zaterdag

Vanmorgen vertrek ik om zeven uur thuis om mijn auto te parkeren aan het station van Turnhout. Ik neem de trein naar Berchem. Mia, Mia en Willy wachten me al op. Willy neemt afscheid van zijn teerbeminde vrouw en iets later rijden we rustig over de E313 & E314 richting Aachen. Met Willy achter het stuur van Mia’s voertuig, voelen we ons veilig. Net voor de Duitse grens, in Nederland, stoppen we langs de parking om wat vocht op te doen cq. achter te laten.

Nadien is de weg naar Langerwehe snel gevonden. De ‘Bahnhof’ is duidelijk aangegeven en in het stationscafé drinkt iedereen een warme koffie. We verzamelen alle auto’s aldaar. Zowat de helft komt echter met de trein, het is dan al elf uur gepasseerd.

We wandelen langs de grote baan op een smal voetpaadje, bewegwijzerd met Eifelvereintekens, en gescheiden van de redelijk drukke weg door vangrails. Op een gegeven moment begint het echte klimwerk door het bos, en boven wacht een terras ons op. In de Laufenburcht drinkt en eet eenieder lekker. Eerst buiten op het terras, maar door de snijdende, koude wind al snel binnen. ’s Middags wandelen we door de wouden tot in Großhau.

Hürtgen negeren we ondanks het fantastische uitzicht op de dorpen, dat je hebt op de akkers op de plateaus van de Eifel. Een afdaling langs een beekje, doorheen het bos, brengt ons ruimschoots op tijd naar Obermaubach. Tegen vijf uur arriveren we in het ‘Naturfreundehaus’.

’s Avonds gaan enkelen naar de kerk, want het is avondmis voor de katholieken en o wee je gebeente als je Jezus’ dood niet vereerd. Naar het schijnt houden ze er in Duitsland nog wel leuke lichttaferelen aan bij. Maar ik voel me persoonlijk een humanist en wil met plezier blijven bij de jongeren – Baja, ik voelde me oud deze tocht, ik wens me nu al in te schrijven voor alle Sippelseniorentochten – om te kaarten. ‘Presidenten’ is leuk, zolang het maar niet te politiek wordt, want ik werd te vaak de Onkelinckx van het spel, ook al snapte ik er geen zak van (van de spelregels). Of was het omdat Wout, Merlijn en Deira helemaal opgingen in het spel en er hun schoonste karaktertrekken naar boven haalden? Ach ja Gregor, ooit was jij ook nog jeugdcategorie I, II en III (je hebt er naar mijn mening vier) en III is ook nog niet zo lang geleden.

Als het spel afgelopen is, en de rest tv gaat kijken, schuif ik aan de mediorentafel om, onder het genot van een echte ‘Weißenbier’, mee te kletsen over alles wat maar kan. En de laatste bedschuivers zijn Willy, Bert en ik, het is dan al half één.

 

 

Zondag 8 april 2007, Pasen

Na een korte nacht, in alle rust, worden we wakker voor de klok acht uur slaat. Ik kleed me aan en schuif aan tafel. De broodjes zijn nog warm van de bakker, zo lekker vers. Alles belegd met kaas, hesp en salami. Lekker, lekker, …

Om negen uur vertrekken we naar de stuw van de Stausee. Prachtig gelegen in het dal, met de vele bloemenpracht en in het groen. Bij het station bekijken we de rijtijden van de ‘Regionalbahn’ voor Chris en An. Nadien klimmen we en wat is het daarboven prachtig, zeker onder de stralende zon. En hoe meer we klimmen, hoe schoner de uitzichten. Tot we een rustplaats vinden vlakbij Nideggen. Guy legt uit, dat we even op en neer gaan naar een wondermooi uitzichtpunt en dat we de rugzakken achter kunnen laten, enkelen blijven toch wachten tot we terug zijn. Het uitzichtpunt is fantastisch, aan de horizon zie je het Koninkrijk België. Op de terugweg trek ik de versnellingsbak open, en Wout volgt heel dapper mijn kolosstappen. Het is de ideale moment om even te genieten van rust. Op onze ‘Rastplatz’ eten we de boterhammen op.

Iets verderop is een chic restaurant waar we op een terras een glas kunnen drinken. Tegelijk vraag ik om een pleister want zo lomp als ik ben, snijd ik mezelf met het zakmes dat diende om wat takjes te snoeien – zo’n anti-ecologist als ik ben, ik zou me bijna gaan schamen moest ik meer tijd hebben – die wat in de weg lagen. Mia vertelde dat ze graag berkensap had en toen begonnen we nog verder te gaan. Maar die katholieke ‘Gott’ is in Duitsland onverbiddelijk hard als ik mijn mes afkuis. Iedereen krijgt een gekleurd paasei mee, en dat schept perspectieven voor sommigen.

Nideggen verlatend, dalen we af naar het Rurdal. Onderweg zien we de burcht van Nieder-Eck. We steken de brug over in Zerkall en we klimmen vrijwel direct naar een uitkijktoren met wijdse vergezichten. Dit was een foto meer dan waard. De ‘Krawutschke Turm’ is zo berucht dat fietsers naar boven klimmen, uiteraard te voet want zo stijl is niet normaal.

Van Bergstein dalen we weer af naar de Rur die we via de linkeroever volgen. Twee bruggen brengen ons aan de laatste lichte klim van deze dag en ook de laatste kilometers.

’s Avonds eten we groentesoep, pasta met groenten, geserveerd met rosbief (en naar Duitse gewoonte met veel vet) en pudding als dessert. Nadien kletsen we gezellig tot de vroege uurtjes en opeens hebben we Marylene liggen met haar (en mijn) bekende geliefdheden.

Sommigen vroegen mij om anoniem te blijven, maar uiteraard geef ik ze graag aandacht in mijn stories (niet het publiciteitsblad met de helft aan reclame). Dus zodoende bleef Bob incognito! Wie kent er Bob?

 

Maandag 9 april 2007, Paasmaandag

Gisteren lag ik niet al te laat in bed en misschien is dat de reden dat ik vanzelf wakker lig in bed om twintig voor acht. Nog niet iedereen is wakker dan, maar er waren nog vroegere vogels. Het ontbijt is wederom rijkelijk voorzien van verse broodjes en veel belegsoorten. De gastvrijheid mag hier groot genoemd worden, nog groter dan ik vaak gewoon ben in ‘eigen land’.

In dit natuurvriendenhuis mag je gerust eten en drinken, zonder overnachting, zowel binnen in de eetzaal als op het terras. En als ik vraag om een pleistertje voor die snee in mijn vinger, geeft men dat met een glimlach. Duitsland, je keert tevreden terug? Het lijkt er wel op. Dit adres is er in ieder geval eentje om te blijven onthouden.

Een beetje meer bewolkt dan de vorige dagen, maar toch zonnig genoeg om een mooie afsluiter te maken van dit verlengd weekend. Nog een mooie beginner van de afsluiter is de lange klim vanuit het stuwmeer naar Brandenburg op het Eifelplateau. Onderweg blijkt Merlijn al veel uitgeruster dan de vorige dagen. Gisteren bleef hij in het natuurvriendenhuis om uit te kunnen slapen. Tja, dat komt wel vaker voor als je de puberale leeftijd eenmaal bereikt hebt. Hij speelt graag, met alles en met iedereen; en met Wout beleeft hij de meeste plezier. Zo snijden ze de route van Guy af, dwars door het bos. Maar Guy blijft trouw aan de goede wandelpaden richting Hürtgen alwaar we een eerste keer pauzeren.

Dit dorp is bekend om de zware strijd die hier geleverd werd tijdens het Ardennenoffensief van 1944/’45. Langs West-Duitse zijde was dit één van de eerste dorpen die veroverd werden door de geallieerden. Vandaag is het er rustig, een stevige bries waait er wel maar de zon straalt heerlijk. Bert maakt een silhouet van de kerk. En sommigen blijven liever plakken als Guy verder wandelt.

In het grote bos, bij een hut, houden we de lange pauze van meer dan een uur lang. Guy probeert naar het stuwmeer te wandelen, maar borden maken duidelijk dat de lokale overheid het niet zo heeft op toeristen. Mia en consorten rusten graag uit, maar dat is buiten Wout, Merlijn en Bert gerekend. Eerst vliegen de ballen in het rond, daarna is er nog een worstelpartij en Merlijn is opnieuw onvermoeibaar ook al kan hij zijn pa niet aan.

Als we doorgaan willen de jongsten graag de bossen letterlijk dwarsen, maar voor Ann is dat not-done. En eerlijk is eerlijk, mag je al niet blij zijn met de vrij bewandelbare paadjes in zo’n groot ‘Naturschutzgebiet’? Bovendien is verdwalen hier niet moeilijk als je geen kaart hebt, alles lijkt immers op elkaar.

Dan neemt de jeugd de tochtleiding over, maar Herman en ik hebben het niet zo begrepen op hun kinderspelletjes. Doorwandelen doen we graag, en de kilometers vreten we eraf. Zouden we niet eens wat animatoren gaan aanwerven? En dan vond moeder Ann het welletjes en Guy krijgt zelfs zijn kompas terug.

Eerst zien we een gesloten café, daarna een pelgrimshut (Sint-Jakobsschelpen in overvloed hier) waar we halte houden. De laatste loodjes kondigen zich aan als de eerste weide terugkeert. Negen kilometers, het lijkt zo weinig. Daarom drinken we in de vlakte, bij een café met uitzicht op Eschweiler en de bruinkoolcentrale, een goeie bottine pint.

Ergens verderop, leest Chris, de vriendin van Guy, een boek op een bankje en daar blijft Wout stiekem plakken. Met Marianne en Guy lopen we aan kop, al tikt de klok voor hun sneller dan voor de rest. Echter kunnen ze de trein niet missen, in Aachen is er slechts om de twee uur een trein naar La Belgique. Naar Langerwehe is het makkelijker want om het half uur is er wel een treintje.

Alle haast ten spijt want de trein heeft 10 à 20 minuten vertraging. Achteraf kreeg ik te horen dat het allemaal nog goed was afgelopen in Aachen.

Uiteindelijk was ik om half elf thuis, en dat was nog wel met de auto.

Iedereen zou ik willen bedanken voor de tocht, het weer, de gezelligheid, de autorit, …

 

Terug naar tochtverslagen