Verslag Krijtlandweekend 10 – 11 maart 2007

 

Zaterdag 10 maart 2007

Ik moet weg… Dit weekend had ik gereserveerd met de Sippels en daar ben ik nu toch wel opgelucht om… Ik wil mijn gedachten verzetten want ik kon het nog altijd niet bevatten…

Mijn neef, Hans, 26 jaar oud, is gisteren, vrijdag 9 maart verongelukt in Minderhout. Een frontale botsing met een vrachtwagen werd hem fataal. Ik wist al dat ik mijn familie in de toekomst zal afgeven, maar zo vroeg en op deze manier? Neen, dat kan en mag je niemand toewensen. Een echt drama voor mijn oom en tante die hun oudste zoon zonder afscheid moeten achterlaten.

Ik lag gisterenavond pas rond middernacht in bed, kon ook niet echt slapen en om half acht sleurt die verdomde wekker me het bed uit. Het weer is merkelijk verbeterd en er is nauwelijks een wolkje in de lucht. Dat is anders dan de afgelopen maanden.

Ik zet een thermos koffie en eet de boterhammen die ik gisteren smeerde. Om acht uur vertrek ik, en om tien uur arriveer ik in Vijlen op de afgesproken plaats. Vanuit Vijlen dalen we af naar het Vijlenerbos. Onderweg passeren we grenspaal vier. Van hier naar Gemmenich wandelen we over de grens, op een heuvelkam, met links uitzicht op Nederland en rechts uitzicht op België, tot op grenspaal drie. Tussen deze twee palen zien we een picknickplaats en onder het zonlicht eten we onze boterhammen op.

Bij grenspaal drie slaan we linksaf een weide in. Na enkele servituutpaadjes bereiken we Wolfshaag van waaruit we tachtig meter in hoogte klimmen naar het drielandenpunt alwaar we op het Belgisch terras in geen enkele gebruikelijke taal kunnen bestellen.

Nadien wandelen we over de Nederlands-Duitse grens naar de Wilhelminatoren, onderweg kijken we uit op de stad Aachen. Door het centrum van Vaals en langs een bungalowpark van Landal gaan we door zompige weiden. Ons volgend rustpunt is Holset, wat een wandelschoenvriendelijk café rijk is. Bijna iedereen neemt koffie met gebak (stekelbessen is onze favoriet). Na drieëntwintig kilometers bereiken we Vijlen van waaruit we naar een ons bekend adres in Gemmenich rijden. De gastvrijheid is ongekend hoog en Tom voorziet een fantastisch avondmaal.

Zondag 11 maart 2007

’s Morgens ontwaak ik onder een blauwe, stralende hemel. Ik sliep recht onder het Veluxraam. Als we beneden zijn, zien we een ontbijttafel vol met lekkernijen. Je voelt je hier echt op reis. Herman wil zeker nog eens terug, liever hier dan in Voeren in de jeugdherberg.

Na het eten pakken we alles in. Maar als ik de koffer van mijn wagen open, hoor ik een licht geruis in de boxen. De radio stond blijkbaar nog aan en bijgevolg is de accu te zwak. Gelukkig helpt Willy me snel m.b.v. startkabels. May en ik spreken af in Margraten – ik tank onderweg nog even Belgische benzine – aan het Amerikaans kerkhof.

In Margraten is het zoeken naar parkeergelegenheid. We wandelen met een deel naar het kerkhof op het fietspad langs de provinciale weg. Marcel en Willy vatten de route aan vanuit het dorp. Met kaart en kompas vind ik voor May snel de route en op het Pelgrimspad is de markering karig, maar net voldoende aangebracht. Per toeval blijf ik de route begeleiden. Eerst passeren we Cadier en Keer, nog iets later de Örenberg waar we in een wei onze boterhammen opeten.

Ik geniet van de rust, de zon, het landschap en je vergeet even dat je in Nederland bent. Het blijft ondanks mijn nationaliteit, een moederland waarvan ik geniet als toerist.

Vanuit Gronsveld maken we een korte klim naar het Savelsbos. Daar zien we uit op het mooie kalkplateau enerzijds en het Maasdal anderzijds. Na een rondtocht besluiten we via een inkorting naar Sint-Geertruid te wandelen. Een bruin café met alle prinsen-carnaval vanaf 1952 staan er op de foto. Het jammere is het ‘ollandse’ formaat van de glazen bier en frisdrank.

Van hieruit wandelen we tussen de dorpjes naar Margraten. Een mooie tocht was het zeker en het heeft me deugd gedaan er tussenuit te kunnen.

 

Terug naar tochtverslagen